Olga ter Haar derde stadsdichter van Ootmarsum

Derde stadsdichter Ootmarsum, Olga ter HaarTijdens de Algemene Ledenvergadering van de Heemkunde Ootmarsum en omstreken is Olga ter Haar gepresenteerd als de derde stadsdichter van de Siepelstad. Zij volgt daarmee Freddy Mensink op, die op zijn beurt de dichterspen overnam van Marian Oude Elberink-van der Aa.

Voor de meeste aanwezigen in het Damast was het een verrassende keuze, maar de waardering voor de nieuwe stadsdichter bleek enorm. Dat gold ook voor de voorganger van Olga ter Haar, want de ‘Reutumse stadsdichter’ kreeg van alle kanten complimenten voor zijn mooie gedichten in de afgelopen twee jaar.

Afscheid tweede stadsdichter

Op 26 maart 2018, aanvaardde Freddy op ludieke wijze de titel van tweede stadsdichter van Ootmarsum met het gedicht ‘Niks lik verplichter … dan de rol van stadsdichter’. Onze nieuwe stadsdichter zou meer gebruik maken van de streektaal. Meteen gaf hij zijn dilemma bloot:

En hoe mot het toch straks met mien Ruut’ms dialect?
Dat vuur mie aait vanzölf geet en zo lekker bekt.
Zo van ’t werk, ’t verk’n, en ’n Kuperberg.
Proat ik straks oawer wark, ’t vark’n en ’n Kuperbarg?

Freddy MensinkNa afloop van de ledenvergadering Heemkunde Ootmarsum op 11 september jl prees burgemeester John Joosten het werk van stadsdichter Mensink. Hij overhandigde hem het eerste exemplaar van de bundel ‘De tweede stadsdichter van Ootmarsum’ met eigen werk en vroeg hem het laatste gedicht uit de bundel voor te dragen. En zo ludiek als Freddy zijn periode als stadsdichter startte, zo innovatief eindigde hij zijn poëtische periode met een gedicht waarin hij nieuw werkwoord introduceerde:

Ik “Reutum” gean in Oatmössche…

Ik “Reutum” gean in Oatmössche
Ik dôrp gean in de stad
Dan kan’k zo mooi mie zölf wen
In mien eegenwetse plat

Freddy MensinkWant as ik duur de vuurduur goa
En op de fiets spring oawer’n berg
Dan geet d’r vaak zo’n röstgeveul
Bie mie duur been en merg!

Ok toen ik vrooger nen hoes hen fietsen
A’k wier kwam van ’t werk
Dan keek ik host aait nog wier um
…De kontoeren van de Reutummer kerk

Dan zee’k ze zo wier vuur mie
In de weer: de jonge sterken
En onze pestoar kreeg, a’w hannen slacht
Aait het beste stuk van’t verken

Ik “Reutum” gean in Oatmössche
Ik dôrp gean in de stad
Dan kan’k zo mooi mie zölf wen
In mien eegenwetse plat

Joa leu ik veul mie toch wa mangs
De Reutummer pin in de siepel
Nou dàt gef mooi een vast geveul
Bie mie (ex-Reutum-piepel)

Het doar doan zit mie in het blood
Ik bin nig kort vuur ’t gat
Wa mangs nen vrumden vogelaar
Ôk dat is heel apart!

Trouwens wat wus ik toch vroger van Oatmössche
Joa den berg, dat was aait nen hieln trap
Mer… Toch a’k der zo an terugdenk
Dan kompt de herinneringen rap

Want denk mer is an Op de Weegh
Of Smellink met de greuntekoar
En wat dach’n ie van Pim Silderhoes
Wat proat’n den kearl mangs doar!

En Steenmeijer kwam’t vlees opheuren
Waor-à ‘s annedaags met rond kwam veuren
Jôh… en Bökkers kwam met de melkkoar langs
Al die Siepels wann’n in Reutum gangs!

Nôn “Reutum” ik in Oatmössche
Dorp a 47 joar in de stad
Mer één ding dat is bleffen jôh
Mien eegenwetse plat!

Freddy Mensink, maart 2020

Olga ter Haar

Olga ter HaarDaarna waren the spotlights gericht op Olga ter Haar en met haar eerste bijdrage liet zij direct weten wat zij in haar mars heeft.

Met een hartelijk applaus werden het ‘laatste’ gedicht van Freddy Mensink en het eerste van Olga ter Haar door het dankbare publiek ontvangen.

Burgemeester Joosten overhandigde de gaande stadsdichter een boekwerk met zijn gedichten en maakte de naam van Olga ter Haar bekend als derde stadsdichter van Ootmarsum.

Lees hier alle gedichten van onze stadsdichters.

Muziekkoepel Ootmarsum

verscholen in het eikengroen
ligt een muziekkoepel
op het kerkplein
toen…
uit wit hout met balustrade
prachtig mooi en heel sereen
klinkt een kleine serenade
van de muzikant alleen
de grijze kerk die luistert
op het grote stille plein
kon de muzikant nog spelen
even één… met het Goddelijke zijn

Olga ter Haar

Dré Budde

Na de bekendmaking van de nieuwe stadsdichter van Ootmarsum en het voordragen van haar nieuwste gedicht, was het podium voor Dré Budde, de jongste zoon van horlogemaker Theo Budde (1889-1959). Hij bracht een ingelijste oorkonde uit 1919 mee, waarin beschreven werd dat op het Kerkplein een muziekkapel is opgericht. Theo Budde was één van de initiatiefnemers. Dré Budde vond dat dit authentieke document een ereplaatsje verdiende bij onze vereniging.

Omdat er nog geen besluit is genomen over de huisvesting met meer archief en expositieruimte voor Heemkunde Ootmarsum annex stadsmuseum, heeft hij burgemeester Joosten gevraagd om het document zolang in bewaring te houden en het zolang een mooie plaats te geven in het stadhuis in Denekamp. Burgemeester Joosten beloofde dat het een prominente plaats zou krijgen en hoopte ook dat dit een positieve bijdrage zou zijn aan de totstandkoming van het Stadsmuseum!

Hierna was het nog even weer de beurt aan onze nieuwe stadsdichter, die onze vereniging een door haar vervaardigde houtsnede overhandigde, met als thema diezelfde muziekkapel met op de achtergrond de RK kerk. De vader van Olga, Johannes Antonius ter Haar (1946-2003), was vele jaren een prominent lid van Harmonie Caecilia Ootmarsum.

Het winnende gedicht

Jacob van Ruijsdael
Jacob van Ruisdael, “gezicht op Ootmarsum”, ± 1670-1675, museum Alte Pinakothek, München.
Ootmarsum…..hoe bijzonder

Ootmarsum, de Kuiperberg – wind, wolk en zonnestralen,
daarover kon Ruisdael beeldend verhalen.
Met zijn schilderij oversteeg de meester het landschap:
de toren boven de horizon gaf hemel en aarde verwantschap.

In zijn tijd begreep men die verbondenheid helemaal.
Nu komt via email en WhatsApp een onecht verhaal.
We ervaren niet meer die échte verbondenheid,
van Gods schepping in onze werkelijkheid.

Heerlijk bovenop de Kuiperberg,
kijk ik en verwonder,
middels zonnestralen zijn verbonden,
hemel en aarde,
Ootmarsum…..hoe bijzonder

Olga Tijhuis-ter Haar


Jaarvergadering 2020 Heemkunde Ootmarsum
Jaarvergadering 2020 Heemkunde Ootmarsum
Olga ter Haar derde stadsdichter van Ootmarsum