Johan Frans Jozef Heisterkamp

Hun laatste reis

Jan Heisterkamp en Truus Heisterkamp- Wenneger waren altijd samen en ook samen maakten zij hun laatste reis.
Opnieuw luidden vrijdag de klokken van de Simon en Judaskerk in Ootmarsum. Afgelopen zondag voor Jan Heisterkamp en vrijdagmiddag voor zijn vrouw Truus. Vorige week zaterdag overleed Jan en donderdag, vijf dagen later, Truus. Zeker 70 jaar kenden ze elkaar en ruim 60 jaar waren ze getrouwd maar zelfs de dood kon hen niet scheiden. Samen waren ze en samen gingen ze.
Eigenlijk is het niet te geloven. Maar als ze hadden kunnen kiezen dan hadden ze hiervoor gekozen. Eerst Jan en dan Truus. Want Truus wilde er zeker van zijn dat Jan goed bewaard was. En dat was hij toen hij overleed. Voor haar was er geen reden meer nog langer hier te blijven. Truus was daar al langer aan toe, dat sprak ze meer dan eens uit. Maar ze wilde Jan niet aan zijn lot overlaten. En dat is haar gelukt. Toen Jan overleed kon zij ook gaan en ze ging. Op de dag nota bene dat Jan 86 zou worden. Een groter cadeau kon Jan niet krijgen en Truus niet geven. Hoe onvoorwaardelijk kunnen twee mensen trouw aan elkaar zijn. Ze wilden elkaar niet loslaten en hebben elkaar niet losgelaten. Samen maakten ze hun laatste reis.
Jan en Truus Heisterkamp waren een begrip in Ootmarsum. Wie is er niet in de fietsenwinkel of -werkplaats geweest aan de Denekamperstraat. Afgelopen vrijdagavond was de afscheidsviering in de Simon en Judaskerk.

Bidprentjes

Twee weken geleden nog reed ik met Jan naast mij in de auto over het Springendal, door Hezingen, over de Hooidijk naar Vasse en weer terug. Hij wist precies te vertellen wie waar woonde. Gevolgd door een anekdote of een grap. ,,Ik heb iedereen wel eens in de auto gehad en in elk geval de laatste keer weggebracht.” Jan doelde dan op de laatste rit naar het kerkhof. Van iedereen kreeg en bewaarde hij het bidprentje, op het laatst een schoendoos vol.
Jan was een verteller. Dat deed hij met zichtbaar plezier en met veel gevoel voor humor. En hij was daarin uiterst consequent. Verhalen van 50 jaar geleden vertelde hij recent nog precies zo: feitelijk en inhoudelijk identiek. Over Hauptmann Backmeister in de oorlog en over de stotterende ‘oal’n Borggreve’ uit Tilligte die weigerde zijn woorden terug te nemen aan het adres van de Denekampse NSB-burgemeester. En Jan moest er zelf vaak het hardst om lachen. Het toont zijn spontaniteit en onbevangenheid die hij zijn hele leven aan de dag legde.

Rijwielzaak

Jan was de middelste van de drie zoons van Willem en Marie Heisterkamp naast vier dochters. Zijn ouders hadden aan de Denekamperstraat een autogarage, een rijwielzaak en een taxibedrijf. De lagere school was om de hoek, maar aan Jan niet echt besteed. Een extra vrije dag omdat een familielid was overleden was voor hem een feestdag.
Jan was autodidact; hij deed zijn uitgebreide kennis op in de praktijk; bij zijn vader in de werkplaats of waar ook. En hij volgde specifieke technische opleidingen. De Tweede Wereldoorlog was voor Jan één groot avontuur. Gedurende langere tijd was hij als kleine jongen ondergebracht bij de familie Sleiderink aan de Spölmansweg. ,,Ik ging ’s middag met Marie van ’n Spölman naar bed”, lachte hij vaak. Jan maakte kennis met de Duitse ortskommandant Hauptmann Backmeister. Bij diens aftocht in 1945 kreeg Jan zijn Duitse herder cadeau. Hij noemde hem Prins. Het was het begin van een onvoorwaardelijke liefde voor honden. De honden van zijn kinderen werden zonder pardon door hem geannexeerd. Kinderen van de Scheepersschool noemden Jan ‘de meneer met de twee hondjes’. Een paar weken geleden nog liet hij zich ontvallen: ‘Ik gleuf da’k nog n’n hond weernem’.

Eerste fiets

Jan groeide op met z’n buurjongens, Jan en Bernard ten Bokum. Zijn grootste vriend was Bennie Scherphof; ze haalden allerlei streken uit. Het huwelijk met Truus van de Wenneger uit Vasse bracht Jan in rustiger vaarwater. We schrijven 1962. Maar tien jaar eerder al leerden ze elkaar kennen. Toen Truus haar eerste fiets kocht bij Heisterkamp. Later kocht ze daar een brommer en weer later een auto. Daarmee kon ze beter uit de voeten als wijkverpleegkundige in Hengelo.
Dát de verpleging haar werk zou worden wist ze al op heel jonge leeftijd. Want vijf jaar nadat ze op 3 augustus 1929 in de Beekzijde in Vasse werd geboren, in een boerengezin met tien kinderen, viel Truus ongelukkigerwijs van een melkkar. Het betekende het begin van een ziekbed van liefst vijf jaar; al die tijd lag ze met een rekverband om in bed. Ze kreeg thuis les van de school en ze werd er verpleegd. Door deze ervaring wist ze ook dat ze ooit de verpleging in wilde. En dat gebeurde.
Rijbewijs
Na de opleiding werkte ze in het ziekenhuis in Almelo en in Hengelo. In dit laatste ziekenhuis deed ze haar werk met een fiets omdat het vele lopen te lastig was. Een rijschoolhouder die haar verpleegde adviseerde haar om met haar gespaarde vakantiegeld het rijbewijs te halen. In die tijd heel bijzonder. Truus was een van de eerste vrouwen in deze omgeving met een rijbewijs. En hoezeer zou haar dat later wel niet van pas komen.
Jan en Truus namen de rijwielzaak en het taxibedrijf over en broer Gerrit begon aan de overkant met een autogarage. De opbouw van een eigen zaak, ook al werd deze overgenomen, was geen sinecure. ,,Het was niet makkelijk maar wel een gezellige tijd”, zeiden Jan en Truus vaak. Daarmee refereerden ze aan de omgang met elkaar in de buurt en met de klanten. Ze dachten er geregeld met plezier aan terug. ,,Vroeger hadden we geen geld maar wel tijd. Nu hebben de mensen wel geld maar geen tijd meer”.

Herinneringen

In een tijdsbestek van 5 jaar kwamen er 3 kinderen: Wim in 1962, Walter in 1964 en Hanneke in 1967. Ondanks dat het hard werken was in de zaak vonden Jan en Truus nog wel tijd om met de kinderen op vakantie te gaan. Naar Zeeland, de Veluwe en naar Zuid-Limburg. Met name aan deze laatste vakantie resteren mooie herinneringen. Jan ontdekte in Valkenburg een lekkere wijn en hij besloot familie en bekenden hier ook van te laten proeven. Hij kocht vele dozen met wijn die allemaal in de Volkswagenbus mee moesten naar Ootmarsum. Halverwege zakte de zwaar beladen bus door de veren. Voor de Wegenwachter die de familie Heisterkamp uit de problemen hielp had Jan een verrassing: ,,Hier, ne lekkere fles wijn van oons”.
Jan en Truus werkten beiden hard in en voor de zaak. Jan als chauffeur en in de werkplaats; Truus regelde alles achter de schermen en reed ook mee in de taxi. Zelfs in de grootste Amerikaanse slee’s. Als een grote Chevrolet tijdens een huwelijksmis niet afgezet mocht worden omdat ie anders niet weer wilde starten, dan reed Truus gewoon al die tijd rondjes om de kerk.

Sociaal

Ze genoten op hun eigen, bescheiden manier van het leven. Jan en Truus waren geen mensen van de voorgrond. Beiden waren uiterst sociaal met een juist oog voor hen die het nodig hadden. Jan zag altijd het goede in de mens. Altijd in voor een gesprek; met wildvreemden was hij zo aan de praat. En daarbij altijd zijn karakteristieke kwinkslag. Truus was een luisterend oor. Iedereen kon zijn of haar verhaal bij haar kwijt. Ze was een vrouw met wijze levenslessen en vrijblijvende maar goede adviezen voor iedereen. Niet in het minst voor haar kinderen die zij ook in deze zin opvoedde. Wim, Walter en Hanneke herinneren zich hun onbezorgde jeugd aan de Denekamperstraat 3. Niet alleen Truus droeg zorg voor de kinderen maar ook Jan. ,,Pa”, zei Hanneke deze week, ,,deed ons vaak in bad, speelde met ons of ging met ons fietsen. Dan had ma de handen vrij.” Jan en Truus waren het liefst in hun eigen huis waar ze zorgden voor ouderwetse gezelligheid. Het ouderlijk huis was ook het trefpunt van de familie Heisterkamp.

Samen

Jan en Truus deden alles samen, het was hun handelsmerk. Werken, de opvoeding van de kinderen en de schaarse vrije tijd. De rolverdeling was perfect, ze waren helemaal op elkaar ingespeeld. Zorgen voor een ander stond bij hen hoog in het vaandel. Na het overlijden van zijn vader, Willem Heisterkamp, werden ze mantelzorger voor zijn moeder; ze trok zelfs bij hem thuis in. Toen Truus later ziek werd en zorg nodig had nam Jan ook zonder klagen deze verantwoordelijkheid. Dit keer trotseerde hij het zware weer. Het deed hen nog meer de betrekkelijkheid en waarde van het leven inzien. Als geen ander wisten ze ook daarom ook op hun manier van de dingen in het leven te genieten. Van de vakanties naar Wim op Sint Maarten en Curaçao. Met name Jan inhaleerde het goede leven in de Carribean met volle teugen en kreeg voor de rest van het leven stof mee om erover te vertellen.

Privé-paleisje

Toen Walter de zaak overnam verhuisde Jan met Truus naar de overkant, naar de Denekamperstraat 8. Het werd gedurende vele jaren hun privé-paleisje met een prachtig uitzicht op het Ootmarsumse stadsleven. Zoals op het dagelijkse reilen en zeilen van de Scheepersschool. Truus hield nauwgezet een oogje in het zeil op de speelplaats. Werd er een kind gepest dan trok Truus bij het schoolhoofd aan de bel. Nadat de school verdwenen was, kwam de drukte van het winkelcentrum. Vrijwel iedereen die er langs kwam, zwaaiden naar Jan en Truus. Ze genoten van het voorrecht om de kinderen en kleinkinderen op dit prachtige plekje om zich heen te hebben.
Dat Jan in oktober 2020 werd getroffen door Corona betekende een grote domper in hun leven. Hij werd opgenomen in Krönnensommer in Hellendoorn. Ik zie nog de wanhoop en onbegrip over de situatie in zijn ogen toen ik hem bezocht. Hij binnen en ik buiten, gescheiden door glas. Praten was nauwelijks mogelijk. Wel mocht ik de meegebrachte zoute haringen voor hem afgeven. Toen hij eindelijk thuis kwam, kreeg Truus Corona en werd zij in een verpleeghuis opgenomen. Het leek teveel. Maar gelukkig kwam Truus weer thuis en werden ze herenigd. Desondanks was het leven voor Jan nooit meer helemaal als voorheen. Jan zei na deze nare ervaring ‘nooit meer ‘naar een ziekenhuis te willen. Geestelijk en fysiek werd het allemaal wat minder. Maar Jan bleef vertellen: zijn verhalen uit de oude doos. Ook al kende ik ze, ik bleef geboeid luisteren naar deze getuige van een ver verleden. En altijd weer die humor, die kwinkslag en zijn lach.

Prachtig leven

Op 29 januari waren Jan en Truus 60 jaar getrouwd. Een bijzondere mijlpaal in hun langjarige gezamenlijke leven dat begon met een kus buiten op straat in Tubbergen toen Jan Truus voor het eerst naar huis bracht. Het was een mooi moment voor Jan en Truus om terug te kijken op 60 jaar lief en leed. En ook dit werd wederom een positief verhaal, een terugblik op een, zoals ze zeiden, ‘een prachtig leven’. Hun conclusie: ,,We hadden met niemand willen ruilen.” Dat zegt alles.
Burgemeester John Joosten bracht persoonlijk zijn felicitaties over aan Jan en Truus. Wat was vooral Jan trots op de brief van het Koninklijk Huis met de persoonlijke felicitatie van koning Willem-Alexander en koningin Maxima. Hij liet deze brief aan iedereen zien; of ze wilden of niet. En wat waren Jan en Truus ingenomen met het privéconcert dat Wim Stroot een dag later in deze Simon en Judaskerk verzorgde voor Jan en Truus. Daar, voor de koorzolder, zong Wim onder andere het Ave Maria. Dat raakte Truus en ook Jan meer dan ze hadden gedacht. Een prachtige bekroning op een diamanten huwelijk. Het ontroerde paar stak ook een kaars aan bij Maria; een grote van 5 euro. Jan kon het niet laten: ,,Ik heb d’r mer een opstokke’n voor de hele familie”. Hij bleef ook dat moment met zijn zo kenmerkende humor die hij altijd was. Gelukkig.

Pet

Donderdag voor een week maakte hij voor de laatste keer een wandeling buitenshuis. Met zijn blauwe jas aan en zijn onafscheidelijke pet op. ’s Middags kreeg hij buikpijn en andere klachten. Ook na zijn middagslaapje gingen de klachten niet weg. Met een ambulance werd Jan ’s avonds naar het ziekenhuis gebracht in Almelo. De andere dag werd hij ’s middags met een speciale zorgambulance weer thuis gebracht. De ambulanceverpleegkundigen reden eerst nog met Jan naar de Oriënteertafel. Op de brancard werd Jan naar buiten gereden en kreeg hij voor de laatste keer de gelegenheid een kijkje te nemen op zijn geliefde en zo vertrouwde Ootmarsum. Thuis vroeg hij nog aan zijn kleinzoon Bjorn hoe het hem die dag met zijn examen voor het motorrijbewijs was gegaan. Toen deze zei dat hij geslaagd was, trok er een glimlach over zijn gezicht en zei: ‘mooi’.
Nadat Truus al eerder was bediend kreeg Jan vorige week zaterdag thuis het laatste sacrament toegediend. ’s Avonds om kwart voor elf overleed Jan in het bijzijn van Truus en zijn kinderen. Het verdriet was groot. Maar tegelijk was er sprake van enige mate van opluchting in het besef dat hem verder lijden bespaard werd. Zeker bij Truus. Zij had er vrede mee dat Jan als eerste was gegaan.

‘Bedankt’

Over haar kwam een soort van rust. Dapper en sterk als ze was, was ze betrokken bij alle voorbereidingen voor het afscheid van Jan. Tot het laatst toe hield ze de regie. Ze was ook van plan om naar de geplande afscheidsviering van Jan te komen en naar de crematie. Maar haar gezondheid ging ineens snel achteruit. Ze bleef echter scherp van geest. Ik had het voorrecht om afscheid van haar te kunnen nemen. Een hard gelag maar Truus maakte het mij niet moeilijk. ,,Bedankt voor de mooie tijd die we met elkaar hebben gehad. En doe iedereen de groeten.” Ik knikte.
Woensdagmiddag gaf ze zich over, het was goed zo. Nadat ze in het volle bewustzijn afscheid had genomen van haar kinderen en kleinkinderen raakte ze in een diepe slaap en donderdagmiddag op Jans verjaardag overleed ze.

Vrede

Een onvoorstelbare en bizarre speling van het lot. Maar door hun verdriet heen dat ze beide ouders zijn kwijtgeraakt weten de kinderen dat dit eigenlijk het beste is wat in deze situatie kon gebeuren. Ze hebben er vrede mee, het is goed zo. Het leven van hun vader en moeder, van Jan en Truus is volbracht. Het is een cliché, maar ik zeg het toch: ze zouden dit zelf zo hebben gewild.
Wat zullen ze daar boven wat te vertellen hebben aan al die mensen die hen zijn voorgegaan. En wat zal er ook gelachen worden daar. De hemel krijgt er een stel mooie mensen bij. Maar wat zullen we hen nog missen.

Bron; Ootmarsum Vroeger en Nu

 

 

 

60 jarig huwelijk

 

              

Jan Heisterkamp (1936-2022) en Truus Wenneger (1929-2022): ‘Ook na
60 jaar willen we met niemand ruilen’
De serenade van de Harmonie Caecilea kon vanavond helaas niet doorgaan vanwege de Corona-maatregelen; maar voor de rest kregen Jan en Truus Heisterkamp vandaag alles wat ze zich maar konden wensen voor hun 60-ste trouwdag. Een persoonlijke brief van koning Willem-Alexander en koningin Máxima én de persoonlijke felicitaties van burgemeester John Joosten namens de gemeente Dinkelland. Natuurlijk het bezoek van hun kinderen en kleinkinderen en veel felicitaties en bloemen. Jan en Truus konden hun geluk niet op. ,,Dat we dit allemaal nog mogen meemaken.”
En het begon allemaal 65 jaar geleden. Jan bracht Truus op een goede dag ’s avonds laat maar even naar huis in Tubbergen omdat ze zich er veiliger bij voelde. Bij het kruispunt voor hotel Fortkamp nam hij afscheid en vroeg haar of er ‘nog een kusje’ afkon. ,,En dat kon wel”, lacht Truus Heisterkamp-Wenneger. Dat ene kusje was het begin van een verkeringstijd van vijf jaar die eindigde met een huwelijk op 27 december 1961 van Jan Heisterkamp uit Ootmarsum en Truus Wenneger uit Vasse.

Mijlpaal

Vandaag dus op de kop af 60 jaar geleden. Een mijlpaal die in kleine kring met hun drie kinderen en negen kleinkinderen wordt gevierd. Dat is het wel. ,,Wij zijn niet van uitbundige en grote feesten. Dat zijn we nooit geweest. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg, is ons levensmotto. Daar hebben we ons altijd goed bij gevoeld en dat willen we graag zo laten.”
Ze zitten gezellig bij elkaar in hun huis aan de Denekamperstraat. Beiden strategisch in een stoel met zicht op straat waar het dagelijkse leven in Ootmarsum aan hen voorbijtrekt. ,,Iedereen zwaait naar ons als ze voorbij komen, en we zwaaien altijd terug. We zitten op het mooiste plekje van Ootmarsum.” Jan (85) en Truus (92) Heisterkamp kijken elkaar aan; ook hierover zijn ze het volstrekt eens met elkaar. En dat waren ze eigenlijk altijd in de afgelopen 65 jaar. Het is ook meteen hét geheim van hun huwelijk.

Netjes opgepast

,,We hebben nooit een echt meningsverschil gehad. Er bij ons nooit een ruit eruit gegaan. We weten allebei wat toegeven is. Ruzie maken is ons vreemd. Je moet niet altijd gelijk willen hebben. Het heeft bij ons gelukkig ook nooit om geld gedraaid. We hebben het altijd goed gehad en we hebben altijd netjes opgepast. Wij zijn niet van ‘groot doen’, we zijn altijd met beide benen op de grond gebleven.”
Als verpleegster, afkomstig uit Vasse, kwam Truus Wenneger geregeld bij Jan Heisterkamp in Ootmarsum over de vloer. Zijn ouders hadden een fietsenzaak en taxibedrijf. ,,Ik kocht er”, herinnert Truus zich als de dag van gisteren, ,,eerst een fiets, later een brommer en weer later een autootje. En ik zag Jan daar wel eens.” De vonk sloeg over toen Jan haar begeleidde naar haar kostadres in Tubbergen. Dat leidde tot een wettelijk huwelijk op de dag na Kerstmis in 1961. Truus vertelt over die dag: ,,Een bewuste keuze om dat eind december te doen. Dat was belastingtechnisch heel voordelig. We gingen in Ootmarsum naar het stadhuis met de ‘oale kleer’ aan. Aansluitend dronken we een borreltje in het naastgelegen café Luttikhuis. Meer was er niet van.”

Huwelijksnacht

Het grote feest kwam een maand later; op 29 januari 1962. Jan en Truus trouwden die dag ‘voor de kerk’ in Vasse. De dag-bruiloft werd gehouden bij Tante Sien in Vasse en de avondbruiloft bij café Pikkemaat in Ootmarsum. ,,De mensen hingen er met de benen uit. Allemaal familie, vrienden en klanten.” De eerste huwelijksnacht bracht het net getrouwde stel door in een provisorisch opgemaakt bed in Amsterdam. Jan Heisterkamp: ,,We moesten na het feest ’s nachts mijn zus naar Amsterdam brengen omdat één van de kinderen de andere dag examen moest doen. Dus reden we naar Amsterdam.”
Het huwelijk betekende het einde van de loopbaan van Truus als verpleegkundige. Want met het huwelijk namen Jan en Truus Heisterkamp ook de zaak aan de Denekamperstraat 3 over van hun ouders. De twee jonggehuwden werden in ‘het diepe’ gegooid; ze hadden hoegenaamd geen enkele ervaring met de bedrijfsvoering. Maar ze slaagden cum laude.

Spil van bedrijf

Truus nam de administratie voor haar rekening. ,,Ofschoon ik nog nooit eerder een rekening had geschreven. Maar ik rolde er gauw in.” Naast het huishouden en de administratie werkte Truus ook mee in de winkel, bij de benzinepomp en als chauffeur van één van de taxi’s. Ze groeide uit tot de spil van het bedrijf. Jan Heisterkamp was verantwoordelijk voor het taxibedrijf en de werkplaats. Eerst werden in de werkplaats alleen maar fietsen gerepareerd en Solexen. Later kwam er ook brommers bij die Heisterkamp verkocht.”
De eerste jaren waren niet de makkelijkste. ,,Het was hard werken, geen weelde en geen vetpot. De klanten lieten alles opschrijven. Op zondag kwamen de boeren tanken, betaalden de rekening en dronken een borrel. Maar het was wel een gezellige tijd in de jaren 60. De mensen hadden geen geld maar wel tijd voor elkaar. En we hebben het allemaal gered. Ook de buurt was heel gezellig. Waar en wanneer nodig hielpen we elkaar. We hebben met de buren heel veel plezier gehad.”

Groei en bloei

Jan en Truus Heisterkamp rolden door de eerste moeilijke jaren heen. Het bedrijf begon te groeien en te bloeien. In de werkplaats kwam Gerard Scholten uit Tilligte te werken als ‘knecht’; een vakman pur sang. Karel – Ben – Sanders kwam er bij als tweede taxichauffeur. Eind jaren 60 werd ook het lijkwagenvervoer van Wim Bank overgenomen. Privé ging het ook naar wens met de geboorte van drie kinderen: Wim, Walter en Hanneke.
Walter werkte na zijn opleiding mee in de zaak die hij later overnam. Dat was in 1995; Jan en Truus verhuisden naar de overkant, Denekamperstraat 8. Jan verleende de eerste jaren daarna nog allerlei hand- en spandiensten maar de laatste jaren genieten ze beiden van hun welverdiende pensioen. En ook nog in redelijke gezondheid. Van de Coronabesmetting eerder dit jaar zijn ze helemaal genezen.
,,We hebben”, stellen ze in koor vast, ,,een heel mooi leven gehad. En nóg hebben we het goed en gezellig met elkaar. En we zijn zo blij dat we hier nog zelfstandig kunnen blijven wonen. We willen met niets en niemand ruilen.”
Opnieuw kijken ze elkaar in de ogen. Meer woorden zijn overbodig.

Bron; Ootmarsum Vroeger en Nu

 

Achter van links naar rechts;

Henk Veldboer, Tilda Tijink (1919-2013), Johannes Hermanus Egbertus Veldboer (1913-1970), Stien Tijink (1904-1992), Jan Heisterkamp (1936-2022), Mieke Heisterkamp, John Reinders (1928-2010), Thea Hulshof (1931-1960), Gerrit Heisterkamp (1926-2005) en Joke Heisterkamp

In het midden Thil Heisterkamp

Voor van links naar rechts;

Johanna Aleida Mollink (1883-1958), Hendrik Tijink (1882-1968), Johannes Tijink (1874-1960), Gesina Mollink (1880-1956), Maria Tijink (1903-1999), Willem Heisterkamp (1901-1973)

Kinderen voor;

Jan Veldboer en Wim Heisterkamp

foto 1952

Johan Frans Jozef Heisterkamp