
Foto: Herman Steigstra; 2020
Rossumerstraat 5-5a
van Heiden Hompesch
Op de plaats waar nu hotel De Landmarke ligt, lag tot rond 1800 een wildbaan van ca. 25 hectare groot. De eigenaar was Friedrich Johan Sigismund Freiherr van Heiden Hompesch (1696-1767) die destijds het Huis Ootmarsum bewoonde. Op het terrein werd een aantal jachthuisjes gebouwd, ter bescherming tegen de regen tijdens de jacht.
Na de dood van zijn zoon Sigismund V.G.L. van Heiden Hompesch in 1790, raakte de ondergang van het Huis Ootmarsum in een stroomversnelling. De bezittingen werden tussen 1811 en 1825 verkocht aan pachtboeren. De percelen met daarop de jachthuisjes kregen de kadastrale nummers C55, C56 en C60.
C55
Dit perceel werd verkocht aan de landbouwer Hermannus Bruggink (1769-1850) . In 1860 werd Hendrikus Keupink op Maathuis (1809-1870) de nieuwe eigenaar en vanaf 1871, na het overlijden van haar vader, was dochter Gezina Maria Keupink op Maathuis (1847-1917) de nieuwe eigenaresse. In 1861 werd het aangrenzende bouwland erbij getrokken en ontstond het nieuwe kadastrale nummer C1607. In 1924 wordt het verkocht aan de gemeente Ootmarsum.
C56: Keupink
De landbouwer Jan Keupink (1779-1838) was de eigenaar van dit perceel. Jan is gedoopt met de achternaam van zijn vader (Groothuijs) maar leeft onder de naam van zijn moeder ("geboren in Oude Koepink"). Hij was getrouwd met Euphemia Lohuis (1784-1864) en samen kregen zij hier 9 kinderen.
In 1879 worden dochter Hendrika Keupink (1814-1878) en haar man Jannes Rolink (1817-1865) de nieuwe eigenaren. In 1842 wordt er bijgebouwd en ontstaat het nieuwe kadastrale nummer C1942.
In 1916 wordt hun zoon Bernard Rolink (1852-1936) de eigenaar van dit perceel. Hij was in 1881 getrouwd met Gezina Maria Luttikhuis (1859-1951). Bernard was sinds 1889 al de eigenaar van perceel C60. In 1924 wordt de woning gesloopt en samengevoegd met de andere percelen tot het nieuwe nummer C2288 .
C60: Schimmelpenninck
Tweehonderd jaar geleden lag hier de woning van de ongehuwde koopman Willem Schimmelpenninck (1777-1851) uit Almelo. Na zijn overlijden in 1851 werd de woning verkocht aan de schilder Albertus Bonke (1819-1898), in 1854 getrouwd met Berendiena Meijer (1820-1904). Voor het huwelijk was er reeds één dochter geboren en op dit adres werd een zoon geboren. Rond 1857 verhuisde het gezin naar Nordhorn.
Luttikhuis
In 1858 werd de woning gekocht door de landbouwer Johannes Luttikhuis (1831-1923). Hij trouwde in 1856 met de weduwe Maria Vinke (1826-1871), de dochter van de buurman. Maria had twee kinderen uit haar eerste huwelijk met de vrachtrijder Hendrikus Raatgerink (1819-1853). Samen kregen zij nog 7 kinderen.
Dochter Gezina Maria Luttikhuis (1859-1951) trouwt in 1881 met de wagenmaker Bernard Rolink (1852-1936) en zij kregen het jachthuis als huwelijksgeschenk.
Rolink
Het jachthuis lag dus aan de steeds drukker wordende weg van Ootmarsum naar Oldenzaal en Gezina zag meer mogelijkheden voor haar huwelijksgeschenk. Zij wist haar man over te halen om zijn capaciteiten als timmerman aan te wenden om het jachthuis om te bouwen tot wijn- bier- en koffiehuis. Na het toevoegen van wat kamertjes was het logement een feit.
Er waren twee kinderen geboren: Jan (1882-1968) en Maria (1885-1976). Later werd er nog een zoon geboren: Frans (1901-1914), hij werd slechts 12 jaar oud.
In 1897 werd er een bijbouw geplaatst en in 1898 werd het aangrenzende perceel C59 erbij gekocht. Het nieuwe kadastrale nummer C2069 werd eraan toegekend.
Blokhuis-Rolink
Dochter Maria (1885-1976) trouwde in 1916 met de winkelier Johannes Hendrikus Blokhuis (1880-1946) en vanaf dat moment wordt de naam Blokhuis-Rolink een begrip. Het hotel stond niet lang daarna ook bekend onder de naam Hotel ’t Bosch.
In 1924 wordt Johannes Hendrikus officieel de eigenaar en worden ook de percelen C57 en C58 erbij gekocht om samen het perceel C2288 te vormen. De woning krijgt een hotel annex café functie. Johannes is volgens de gegevens van het kadaster winkelier, caféhouder en Maria hotelhoudster. Voor de lokale bevolking wordt een tennisbaan gerealiseerd, voor die tijd nog een sport voorbehouden aan een select gezelschap.
In 1932 worden de naastliggende percelen C61, C62, C63 en C1567 aangekocht en samengevoegd met C2288 tot het nieuwe kadastrale nummer C2333. Er wordt opnieuw verbouwd en er wordt een kegelbaan gerealiseerd.
Maria werd in de zaak bijgestaan door de jongste zoon de jongste zoon Ben (1921-2006), die al van kinds af aan bij de zaak betrokken was. Vanaf 1944 kreeg Maria ook hulp van Marietje Peters (1925-2011) uit Rossum. Bennie en Maria kregen een meer dan collegiale relatie en in 1955 besloten ze te trouwen.
Na het overlijden van Johannes Blokhuis, wordt zoon Frans Blokhuis (1918-1988) de nieuwe eigenaar. Maria bleef vruchtgebruiker van de woning annex hotel en Bennie en Marietje bleven de zaak runnen.
Bennie en Marietje maakten de zaak tot een groot succes. Zo namen de Nederlandse Spoorwegen in 1965 het hotel op in hun vakantiereizen.
In 1978 namen zij afscheid van hun hotel, nadat het 100 jaar in de familie was geweest. Op de plaats waar de tennisbaan lag, bouwden zij een bungalow en noemden dit ’t Buske.
Mensink
De nieuwe eigenaren werden Hans en Mariët Mensink-Olde Dubbelink. Hans was hiervoor kok op ’n Kul in Denekamp, waar ook de dochter van eigenaar Olde Dubbelink werkte. In 1970 trouwden zij en gingen werken Café Marktzicht in Losser.
Na de overname in 1978 werd besloten tot een grondige renovatie en op 4 november 1980 werd het geheel vernieuwde en uitgebreide hotel officieel geopend. De kegelbaan uit 1924 werd in 1985 volledig vernieuwd en was nu ook inpandig.
Westenberg
In 1999 werd het hotel overgenomen door Victor Westenberg en Elke Schlembach, die er de naam Hotel "De Landmarke" aan verbonden.