
Foto: Herman Steigstra; 2023
Springendal 6
Cramer
De familie Cramer had zeer veel bezittingen in en rond Ootmarsum. Alleen al in het Springendal was dat ruim 71 ha. Veelal was dat weiland en bouwland, maar er stonden ook twee papiermolens, waarvan er hier één stond, de ondermolen. De andere papiermolen (de bovenmolen) stond aan de Uelserdijk. Aan de Blauweweg stond een waterkorenmolen, die in 1811 werd aangekocht en in 1873 werd omgebouwd tot papiermolen.
Naast deze 3 watermolens, was Cramer ook eigenaar van de watermolens in Mander: de Watermolen van Bels en de Watermolen van Frans.
De oudste registratie bij het kadaster is van de koopman Bernardus Cramer (1755-1844), die hier een papierfabriek had met het kadastrale nummer A22. Het schone water van de Mosbeek die er langs stroomde, zorgde voor zowel de aandrijving van de molen als het water dat nodig was om de houtvezels in op te lossen.
Het perceel was 730 m2 groot en daar stonden een woning met papiermolen op. Bernardus was in 1791 getrouwd met Johanna Adolphina Weddelink (1768-1843) en het echtpaar woonde op de Grotestraat 4.
In 1846 stak de papierfabriek de Mosbeek over. Aan de zuidkant werden een kunstbleekerij (A1460), een droogerij (A1461) en een woning gebouwd (A1462).
In 1873 werd er een aanbouw toegevoegd en kregen de woning en papiermolen het nieuwe kadastrale nummer A2507.
Zoon Willem Cramer (1792-1883) werd hier ook papierfabrikant maar hij bleef ongehuwd. De jongste zoon Bernardus Hermannus Cramer (1806-1878) was winkelier aan de Grotestraat 2 en vanaf 1868 is hij ook fabrikant, waarschijnlijk dus papierfabrikant omdat zijn 14 jaar oudere broer dan te oud is om het bedrijf te leiden en zijn zoon Gerrit Willem nog te jong.
Kleinzoon Gerrit Willem Cramer (1842-1920) werd zijn opvolger. Al op 27-jarige leeftijd komt hij voor in de registers van de burgerlijke stand als "papierfabriekant". Vanaf 1875 is hij sigarenmaker en in 1880 werd hij tot 1913 burgemeester van Ootmarsum.
Gerrit Willem was niet de enige eigenaar. Het kadaster vermeldt als mede-eigenaren:
- Johanna Adolphina Cramer (1839-1906) en echtgenoot docter Wolterus ten Bruggencate (1832-1889)
- sigarenfabriekant Bernard Cramer (1840-1892)
- candidaat notaris Gerhard Hendrik Cramer (1853-1926)
- papierfabriekant Hendrik Gerhard Diederik Cramer (1848-1925)
- notaris Albertus Hendrik Cramer (1846-1917)
In 1886 worden de papierfabrieken in Wapenveld aangekocht en sluiten de papierfabrieken op het Springendal. Gerrit Willem schakelt over op het wassen van kleding en lakens en verbouwt de papierfabriek tot stoomwasserij: er was immers voldoende schoon water vanuit de Mosbeek voorhanden.
De drogerij wordt gesloopt en in 1906 wordt de woning verbouwd en wordt het een villa die twee woningen omvat. Het achterste deel is A2964 en het deel aan de kant van het Springendal A2965 en omvat ook het bouwland ter grootte van 4000 m2.
In 1930 wordtGerrit Willem Cramer (1883-1965) de nieuwe hoofdeigenaar en tevens directeur van de stoomwasserij. Hij was in 1927 getrouwd met Jo van Wezel (1903-1991). Het echtpaar ging er kort na hun huwelijk ook wonen.
Dijkkamp
In 1963 worden de wasserij en omliggende gronden verkocht aan de wasindustrieel Roelof Dijkkamp (1924-2002). Al vrij snel sloeg het noodlot toe, want in 1964 brandde de wasserij tot de grond toe af. Dijkkamp kon opnieuw beginnen en herbouwde de wasserij tot een bedrijf dat aan de meest moderne eisen voldeed.
In 1973 koopt hij ook de woning aan de zuidkant van de Mosbeek. De weduwe van Gerrit Willem, Jo van Wezel, is gaan wonen in de woning gebouwd werd op het terrein van de fabriek aan het Springendal 7.
In 1984 werden Jan Dijkkamp (1943-2005) en zijn vrouw Annie Zwak (1943-2003) de directeuren van de wasserij.
In 2010 werd zoon Ron Dijkkamp de nieuwe directeur van Wasserij Springendal.
Veel informatie is ontleend aan het boek "125 jaar wassen aan de Springendalse beek".