Walstraat 8, Ootmarsum

Walstraat 8

Dit pand (kadastraal bekend onder nr. A790) was in 1832 eigendom van Maria Victor (1763-1833) en had toen als adres De Stad 198. Zij was de weduwe van burgemeester Gerrid van Assen (1754-1818) en ook eigenaar van het pand aan de Ganzenmarkt, dat hier direct achter lag, waar zij ook woonden. Het pand aan de Walstraat werd waarschijnlijk bewoond door de schoenmaker Gerrid Jan van Tubbergh (1756-1812), die in dit pand overleden is.

Rekers

In 1841 is het pand verkocht aan de schoenmaker Gerhardus Joannes Rekers (1806-1849), die in 1834 was getrouwd met de schoenmakersche Maria Catharina Evers (1803-1868). Het schoenmakersechtpaar kocht ook het pand van Maria Victor aan de Ganzenmarkt, waar zij woonden. Het pand aan de Walstraat werd verhuurd. Het pand werd waarschijnlijk bewoond door het gezin van de barbier en wever Joannes Henricus Bodde (1793-1857), die in 1816 getrouwd was met Henrica Morshuis (1781-1841).

Na het overlijden van Gerhardus, zijn beide panden overgegaan naar zoon Gerhardus Rekers (1840-1886), die ook schoenmaker werd. Het pand werd waarschijnlijk in twee delen verhuurd.

Op De Stad 216 woonde het gezin van arbeider en boereknegt Jannes Oude Bodde (1789-1855) en Maria Bossink (1791-1864). Jannes was eerder getrouwd met Everdina Westenagel (1788-1814). Zijn tweede vrouw werd ook wel Maria Oude Groente of Bossink" genoemd. Jannes werd net als zijn vader ook wel oude Bodde of Loohuis genoemd. Zowel zijn dochter uit zijn eerste huwelijk met Everdina als de 5 kinderen uit zijn huwelijk met Maria kregen de achternaam Lohuis.

Op De Stad 216a woonde het gezin van klompenmaker en wever Hermannus Geerdink (1827-1903), in 1854 getrouwd met Petronella de Vet (1827-1906).

De woningen zijn daarna verhuurd aan alleenstaanden. Zie het bevolkingsregister voor hun namen.

In 1884 werd het pand gekocht door Aleida Maria van Doormolen (1841-1922). Zij was in 1864 in Arnhem getrouwd met de koopman Wouter Johannes Josephus Gustenhoven (1837-1914), waarvan zij in 1909 op 67-jarige leeftijd gescheiden was. Het is niet duidelijk wat in die tijd de bestemming van het pand was, zij komt verder niet voor in het bevolkingsregister.

Marechaussee kazerne

In 1890 wordt het pand gekocht door de winkelier en cichoreijfabriekant Gerhard Bloemen (1850-1935) ("Slutke Bloom"). Bloemen koopt ook enkele omliggende percelen en laat hier in 1893 de Marechaussee kazerne bouwen. De bestemming volgens het kadaster is kazerne, stal en tuin.

ABTB

In 1925 verhuist de kazerne naar de Almelosestraat en wordt het pand verkocht aan de Aartsdiocesane R.K. Boeren- en Tuindersbond (ABTB). Een strook grond ter grootte van 34 centiare wordt verkocht aan Johannes Norbertus Hulsink (1864-1962), die op Walstraat 4 woonde.

In 1940 vindt er herbouw plaats, waarna het complex in 1942 over gaat in handen van NV Handel Maatschappij “Het Zuiden”, Amsterdam, later de CAVV. Aannemer Ben Velthuis (1928-1987) heeft hier ook nog een silo bijgebouwd.

Oostenborg

In 1974 werd het complex verkocht aan de gemeente Ootmarsum en vond er sloop plaats. Aannemer Velthuis stond met veel genoegen toe te kijken hoe de door hem gebouwde silo slechts met de grootst mogelijke moeite bezweek onder het slopersgeweld.

Na de sloop in 1974 zijn hier 5 nieuwe woningen gebouwd onder de projectnaam plan Oostenborg, onder andere deze woning op Walstraat 8. Nadat het een tijd is verhuurd aan Staatsbosbeheer, kwam de weduwe van Ben Velthuis Ria Brokelman (1925-2019) hier wonen.