Ganzenmarkt 1, Ootmarsum

Ganzenmarkt 1

Kienhuis

In 1832 was kleermaker Berend Kijnhuis (1768-1832) de eigenaar van dit kleine pand (De Stad 206, slechts 66 m²). Hij woonde hier met zijn tweede vrouw Fenne Schepers (1787-1839). Berend kreeg hier vier kinderen, waarvan twee met zijn tweede vrouw. Alleen het jongste kind, Berendina (1824-1859), bleef in leven en woonde hier waarschijnlijk tot aan haar huwelijk in 1846 met Gerrit Hendrik Velner (1819-1882).

Steffens-Ossenvoort

In 1848 werd de woning verkocht aan de timmerman Hermannus Bernardus Steffens (1815-1860) die in 1843 was getrouwd met de weduwe Joanna Ossenvort (1808-1864). In datzelfde jaar kwam de woning op naam te staan van de broer van Joanna, Johannes Ossenvoort (1816-1889), die een herberg had aan de Marktstraat 12.

Broekhuis

In 1864 kwam een zuster van Johannes Ossenvoort hier te wonen: Antonia Ossenvoort (1826-1892). Zij was eerst in 1854 getrouwd met de weduwnaar en kuiper Hendrik Steggink (1827-1855). Hendrik was hiervoor op 14 januari 1853 getrouwd met Gesina Aleida Verkam (1813-1853), twee weken voor de geboorte van hun dochter Johanna (*1853). De moeder overleed twee weken daarna. Hendrik was dus in een maand tijd zowel weduwnaar als vader van een dochter. Antonia werd door haar huwelijk dus meteen stiefmoeder. Het echtpaar woonde aan de Ganzenmarkt 14. Ook dit huwelijk was geen zegen voor Hendrik Steggink, want hij overleed minder dan een jaar na hun huwelijk en enkele weken na het overlijden van hun zoon die ook maar twee weken heeft geleefd.

In 1862 hertrouwde Antonia Ossenvoort met de kuiper Johannes Hendrikus Broekhuis (1827-1900). Hij woonde met moeder, broer en zus aan het Kerkplein 12. Na het overlijden van moeder in 1862 gingen de nog 3 thuiswonende kinderen op zoek naar een partner en Johannes Hendrikus Broekhuis vond dus Antonia, waarmee hij in 1862 in het huwelijk trad. Johannes werd dus stiefvader van een dochter Johanna Steggink, waarvan zijn vrouw niet de moeder was. Na hun huwelijk verhuisde het echtpaar in 1864 van de Ganzenmarkt 14 naar deze woning, waarvan de broer van Antonia nog steeds de eigenaar was. De bewoonster was op dat moment Maria Gravel (1836-1899), een nicht van Antonia. Haar ouders waren de laatste bewoners, moeder Joanna Ossenvort (1808-1864) was in dat jaar overleden.

Het echtpaar kreeg zelf nog 3 kinderen, waarvan de laatste levenloos werd geboren, verdriet is Antonia niet bespaard gebleven. In 1880 verhuisde het gezin en Maria Gravel naar de Ganzenmarkt 5.

Haneveld

De woning werd vervolgens gehuurd door de schoenmaker en koopman Willem Reint Hanevelt (1836-1916), in 1866 getrouwd met Johanna Berghuis (1842-1918). Er werden 10 kinderen geboren, waarvan de laatste twee op dit adres. In 1893 werd het perceel opnieuw ingemeten na de bouw van de Marechaussee Kazerne in 1890 en kwamen er 10 m² grond extra bij en werd het totaaloppervlak van het perceel maar liefst 76 m². Het nieuwe kadastrale nummer werd A2071.

In 1900 werd de zoon van Johannes Ossenvoort (1816-1889), schoenmaker Johannes Ossenvoort (1860-1940), de nieuwe eigenaar. In 1909 werd de woning doorverkocht aan de winkelier Joan Bank (1881-1970) die het gebruikte als pakhuis. In 1918 wordt de schoenmaker Bernardus Johannes Weustink (1873-1944) de nieuwe eigenaar, die het waarschijnlijk als werkplaats ging gebruiken.

ABTB / CAVV

In 1925 vestigde de ABTB / CHVV zich in het voormalige pand van de Marechaussee en in 1945 werd dit pand ook overgenomen. Het werd later uitgebreid met silo’s voor opslag van graan, gebouwd door aannemer Ben Velthuis (1928-1987).

In 1973 verhuisde het bedrijf naar de voormalige fosforietenfabriek aan de Oldenzaalsestraat en kwam het terrein beschikbaar voor nieuwbouw van huizen. Het was ook hier dat aannemer Ben Velthuis drie nieuwe woningen mocht bouwen. De woning aan de Walstraat 8 werd later het woonhuis van zijn weduwe Ria Brokelman (1925-2019).

Tekst: Heemkunde Ootmarsum, BMS