Grotestraat 6, Ootmarsum

Grotestraat 6

De eigenaren van dit pand (De Stad 51 ) waren in 1832 "de erven van Hendrika Lammerink". Zeer waarschijnlijk was dit Hendrika Heespelink (1793-1828), getrouwd met Hendrik Lammerink (1805-1850).

Het pand werd bewoond door het echtpaar Fredricus Bökkerink (1798-1828) en Geertruida Larink (1796-1873). Fredricus was schilder en glazemaker, Gertrudis was winkelierster, waarschijnlijk ook op dit adres. Hun jongste zoon Lambertus Christiaan (1821-1840) was borstelmaker en militair en overleed op 19-jarige leeftijd op dit adres.

Hierna heeft het gezin van Jan Broekhuis (1805-1848) en Gerhardina Heupink (1806-1872) hier enige jaren gewoond. Jan was timmerman en was ook eigenaar van het pand aan de Gasthuisstraat 2, waar het gezin tot 1840 ook woonde.

Goud- en zilversmid Mönnig

In 1855 is het pand verkocht aan de goud- en zilver smid Joseph Mönnig (1816-1892). Hij was getrouwd met Anna Lodowika Ebbing (1821-1887) en het echtpaar was afkomstig uit Borken (Duitsland). Er zijn verder geen geen gegevens over het echtpaar bekend, er zijn ook geen kinderen geboren.

Op 1 juni 1874 kwam een neef van Mönnig, de 20-jarige goudsmit en ook reiziger in goud en zilver Adolph Greveler (1853-1930) ook in de zaak. Nadat hij hier 20 jaar had gewerkt, trouwde hij in 1893 met Aleida Geertruida van Benthem (1867-1934). Het eigendom van de winkel is daarna overgegaan op Adolf en Aleida, die kinderloos bleven. In 1936 werden de kinderen van de broer van Aleida, Bernard van Benthem, mede eigenaar.

Kleermaker Van Benthem

Kaantn snieder was de bijnaam van kleermaker Bernard van Benthem (1864-1950) die zijn kleermakerij had aan het Bergplein (dit pand werd bij het bombardement op 30 januari 1945 verwoest).

Bernard was in 1896 getrouwd met Hermanna Maria Veldhuis (1871-1953). De oudste zoon van Bernard en Hermanna, Johan (1897-1929), was de beoogde opvolger van de kleermakerij, maar hij overleed plotseling op 32-jarige leeftijd. In 1938 vestigde vader Bernard van Benthem (1864-1950) zich hier samen met hun jongste zoon Ben van Benthem (1911-1980) als kleermaker. Ben trouwde in 1939 met Mia Bosch (1917-1999). De kleermakerij heeft bestaan tot 1960, toen de confectie-industrie opkwam.

De winkel heeft daarna enkele jaren dienst gedaan als Kinderwagenpaleis.

’t Zölderke

In 1973 kochten Bennie Bosch en Piet IJland dit pand en bouwden hier een bistro met kegelbaan. Na een ingrijpende verbouwing openden zij in 1974 hier hun bistro en kegelbaan, die op de eerste verdieping was gelegen. Verschillende kegelclubs kwamen naar ’t Zölderke.

Bennie en echtgenote Clara waren de gastheer en -vrouw, wat op termijn slecht te combineren was met hun zaak in Nordhorn en verschillende beheerders hebben de zaak gerund. Uiteindelijk ging de zaak in februari 1983 failliet.

In oktober 1983 diende zich een nieuwe huurder aan: het echtpaar Margienus en Alda Dekker. Onder hun leiding kreeg ’t Zölderke een grote naamsbekendheid. De nadruk kwam op de bistro te liggen en het café werd afgebouwd. Het was een succesvolle formule.

In 2002 werd het bedrijf overgedaan aan Paul en Ageet Snijders. Aan de bedrijfsvoering werd niets veranderd.

Helaas ging de zaak in 2005 failliet. Het echtpaar Annemarie en Henri van Faassen maakten een doorstart met de bistro in juni 2005.

Sinds 2006 zit hier projectinrichtingszaak Loft Dumak.