Ganzenmarkt 15, Ootmarsum

Ganzenmarkt 15

Selkers

In 1832 waren de deurwaarders Jan Hindrik van Tubbergh en Jan Hendrik Selkers (1803-1847) de eigenaren van dit pand (De Stad 228). Selkers was een kleinzoon van Jan Hendrik van Tubbergh en naar hem vernoemd. Zijn moeder Fenneken van Tubbergh (1765-1828) was getrouwd met Gerrit Hendrik Selkers (1773-1824) en zij woonden in deze woning.

Höfte

In 1845 werd de woning verkocht aan de timmerman en tapper Albertus Höfte (1818-1865) uit Oldenzaal. Hij was getrouwd met Johanna Maria Hilgerink (1811-1860). Na het vroegtijdig overlijden van Albertus verkreeg zijn zoon Franciscus Wilhelmus Höfte (1845-1873) (getrouwd met Maria Antonia Nitert (1848-1877)), timmerman van beroep, het huis in 1867 eigendom. Ook Franciscus was geen lang leven geschonken, hij overleed een paar jaar later in 1873 op 27-jarige leeftijd. Zijn weduwe hertrouwde in 1874 met schoenmaker Albertus Silder (1840-1921). In 1877 verhuisde het gezin naar Weerselo.

Noordhuis

In 1877 werd de metselaar Gerhardus Noordhuis (1824-1879) de nieuwe eigenaar. Hij was voor de tweede maal gehuwd met Cornelia Johanna Frijen (*1839). Na het overlijden van Gerardus Noordhuis op 19 mei 1879 wordt zij eigenares. Zij woonden op de Ganzenmarkt 18-20.

Het pand werd korte tijd bewoond door de landbouwer Berend Jan Albers (1820-1903) en zijn vrouw Aleida ten Voorde (1818-1908). Ook woonden hier twee van hun kinderen, een schoonzoon en twee kleinkinderen.

Heupink

In 1881 wordt Hendrikus Franciscus Heupink (1849-1890) de eigenaar, bij het kadaster staat inmiddels de notitie dat het 2 huizen zijn. Hij was huisschilder en metselaar van beroep en getrouwd met Johanna Geerdink (1851-1929). In 1890 overlijdt Hendrikus. Hanna hertrouwt in 1899 met fabrieksarbeider Johannes ter Bekke (1866-1956).

Een deel van deze woning was waarschijnlijk in gebruik als naaiatelier. Van 1860 tot 1890 hebben op dit adres 3 naaisters gewoond: Johanna Fredrika Donnijn Heespelink (1813-1882), Johanna Meijer (1836-1890) en Gezina Meijer (1830-1921). De dames hadden ook een eigen huisadres: het huisnummer gevolgd door een "a".

In 1924 wordt zoon Jan Heupink (1885-1959), geboren 18 april 1885, eigenaar van het pand. Van beroep was hij kleermaker. Heupink bewoonde het pand samen met zijn stiefvader, Johannes ter Bekke (1866-1956). Jan Heupink was nog een kleermaker van de oude stempel, die zijn vak zittend op de tafel uitvoerde, in kleermakerszit. Zijn kleermakersatelier bevond zich achter de twee ramen, links naast de hoofdingang.

Het huis wordt dan gedeeltelijk vernieuwd en de twee huizen vereend tot één huis. In 1930 werd Ganzenmarkt 15 opnieuw verbouwd.

Een volgende vernieuwing gebeurde in 1934. Het kadastrale nummer is dat geworden A2463, wat het nu nog steeds is.

Nieuwe eigenaar in 1956 wordt Herman Steinmeijer (1907-1983), geboren 16 maart 1907 en timmerman van beroep.

Onder leiding van architect Wim Morsink vindt dan weer een verbouwing en vernieuwing plaats. Deze architect tekende de situatie van vóór de verbouw. Er werd nu een timmerwerkplaats ingebouwd, terwijl ook de woonruimte geriefelijker gemaakt werd. Tevens werd ook de zolderruimte onder handen genomen. Bij de koop van het huis wordt bedongen, dat de ongetrouwde J.B. Heupink in het huis mag blijven wonen en verzorging krijgt tot aan zijn dood.

De huidige bewoner de heer A.P. Nijland, geboren 29 juni 1936, kocht samen met zijn vrouw Mieke Steinmeijer het huis van zijn schoonvader Herman Steinmeijer (1907-1983) in 1977.

Henk Eweg heeft in 2002 over dit pand een prachtig gedocumenteerd verhaal geschreven dat elders op deze website is te lezen.

Bron: Henk Eweg