Oostwal 46, Ootmarsum

Oostwal 46

Deze woning is een dubbel woonhuis samen met Oostwal 48 en de percelen hebben door de twee eeuwen heen heel veel aanpassingen gehad, zoals terug te vinden is in de gegevens van het kadaster. De belangrijkste bevindingen zijn verwerkt in de beschrijvingen van de beide adressen.

Heespelink

In 1832 was kleermaker en wever Hendrik Heespelink (1772-1830) de eigenaar van het pand links op Oostwal 48. Hij was getrouwd met de in Amsterdam geboren Elsje Schoneboom (1766-1832). Het echtpaar heeft waarschijnlijk eerst in Amsterdam gewoond, want daar wordt in 1805 de eerste dochter Johanna Maria (1805-1874) geboren. Waarschijnlijk was dit het oudershuis, want vader Hermannus Heespelink (1745-1813), getrouwd met Anna Lok (1746-1830), is hier in 1813 overleden.

In 1811 werd de tweede dochter Femmetje (1810-1868) geboren. In 1844 werd in de tuin die hier toen lag een woning gebouwd. Dat is nu Oostwal 46.

De beide zusters hebben deze woningen bewoond. Rechts woonde Femmetje Heespelink, in 1835 getrouwd met de wever Gerrit Jan List (1810-1849). Na het overlijden van haar echtgenoot in 1849 hertrouwde zij in 1860 met de gepensioneerd onder officier.

Ter Stege

Links woonde Johanna Maria Heespelink, in 1831 getrouwd met de timmerman Gerrit ter Stege (1810-1881).

In 1868 branden de beide geschakelde woningen af. Wellicht is Euphemia bij de brand ernstig gewond geraakt, want zij overlijdt in datzelfde jaar aan de Keerweer. Haar weduwnaar heeft tot 1872 ingewoond bij de familie Noordhuis aan de Ganzenmarkt en vertrok daarna naar Tubbergen.

Na de brand krijgt het perceel bij het kadaster even de bestemming tuin. In 1869 zijn de woningen herbouwd. Het pand was inmiddels eigendom van Gerrit ter Stege. Kadastraal was het inmiddels één woning. In 1880 wordt de woning weer gesplitst in twee percelen: A1813 (links) en A1814 (rechts).

Heupink

In 1885 worden de woningen verkocht aan de metselaar Bernardus Johannes Heupink (1840-1901), in 1872 getrouwd met Maria Alink (1836-1912). Het echtpaar krijgt 4 kinderen, Maria heeft nog een dochter waarvan de vader onbekend is. Bij het overlijden van Bernardus in 1901 zijn nog 3 kinderen in leven: Maria Henrica (1874-1933), Johannes Bernardus Hendrikus (1878-1923) en Johanna Hermanna Maria (1882-1956). Zij worden de erfgenamen, samen met hun moeder.

Velthuis

In 1905 worden beide woningen verkocht aan de metselaar Hendrik Velthuis (1846-1916), in 1878 getrouwd met Aleida Hoffschulte (1847-1936). In 1948 werd de enige zoon, metselaar Hendrikus Bernardus Velthuis (1883-1943), in 1913 getrouwd met Gezina Geertruida Keupink (1893-1972), de nieuwe eigenaar. Het echtpaar kreeg 10 kinderen.

In 1948 werden de twee percelen weer samengevoegd tot één perceel met twee woningen, kadastraal geregistreerd als A2765.

In 1960 worden de panden verkocht aan Gerard Velthuis (1928-1986), in 1953 getrouwd met Mientje Peters (1927-2014) en in 1966 herbouwd tot het dubbel woonhuis dat het nu nog is.

In 1968 wordt de rechter woning verkocht aan zijn broer, de aannemer Henk Velthuis (1914-2005), in 1947 getrouwd met Annie de Winder (1919-2015). In 1970 wordt Johanna Bosch, echtgenote van Bennie Velthuis (1940-2018), de nieuwe eigenaar.