Grotestraat 3, Ootmarsum

Grotestraat 3

De erven van hoedenmaker Zweer Kienhuijs (1759-1823) waren in 1832 eigenaar van dit pand (De Stad 45 ). Zweer en zijn vrouw Euphemia Vinke (1776-1823) woonden hier tot hun overlijden in 1823. Het pand werd overgenomen door hun zoon, bakker Joannes Kienhuis (1808-1846). Joannes trouwde in 1840 in Rijssen met Hendrika Hodes (1819-1855) en ging daar ook wonen. Zijn zuster Berendina (1802-1879) bleef op dit adres wonen en de woning werd in 1842 verkocht. Bij de woning hoorde een tuin die gelegen was waar nu Westwal 21 is. Bij elke verkoop van de woning werd de tuin mee verkocht.

Velthuis

Het pand werd in 1842 verkocht aan de timmerman Joannes Elsebrook (1808-1894), die in 1841 was getrouwd met Gezina Elferink (1814-1882). Het echtpaar kreeg 9 kinderen, waarvan de oudste zoon Gerrit Velthuis (1845-1906) in 1884 het pand overnam. Hij werd schoenmaker en bleef ongehuwd.

In 1899 wordt de woning gekocht door de in Tubbergen geboren en wonende bakker Jan Koopmans (1856-1940). Waarschijnlijk heeft dit te maken met een financiële kwestie, want er was een familie relatie: Jan was getrouwd met Johanna Geertruida Morshuis (1861-1941), de zus van Anna Theresia Josephina Morshuis (1860-1915) die in 1884 was getrouwd met Herman Velthuis (1857-1952), de broer van Gerrit. Herman Velthuis is met zijn 95 jaar enige tijd de oudste inwoner van Ootmarsum geweest.

In 1912 gaat het eigendom van de woning over naar Herman Velthuis. Het adres is dan inmiddels Grotestraat 40, maar de woning ligt volgens het kadaster aan de Dwarsstraat. Een paar jaar later heeft Hermannus een deel van het perceel achter de woning overgenomen van zijn achterbuurman Florus Julianus van der Noorda waar een werkplaats werd gebouwd. Het samengestelde perceel krijgt nummer A2271.

De woning met werkplaats gaat daarna over in eigendom naar de oudste zoon Jan Velthuis (1889-1963), die ook timmerman werd en in 1922 trouwde met de in Oud Ootmarsum geboren Dieka Sleiderink (1899-1951).

In 1927 hebben de broers Jan en Antoon Velthuis (1894-1990) een dubbele woning gebouwd aan de Almelosestraat 5 en 7 waar ze met hun gezinnen zijn gaan wonen. Ook vader Herman Velthuis ging daar wonen, tot hij daar op 95 jarige leeftijd overleed.

Aan de Stegge

In 1927 werd de woning met werkplaats verkocht aan de timmerman en aannemer Jan aan de Stegge (1883-1960). Hij woonde daar met zijn eveneens ongehuwde zus Sina aan de Stegge (1870-1960). De werkplaats werd hoedenwinkel van Sina, waar haar in Münster geboren nicht Mimi aan de Stegge (1907-2006) later ook hoedenmaakster werd. De beide ouders van Mimi (Johannes Hendrikus aan de Stegge (1876-1923) en Maria Elisabeth Thieke (*1885)) waren jong overleden en de vier kinderen werden door familie opgevangen. Mimi en haar broers Benno (1910-1935) en Henny (1913-1990) kwamen bij hun oom en tante Siena en Jan aan de Stegge te wonen.

Mimi werd in 1951 eigenaresse van de woning en heeft de hoedenzaak tot 1958 gedreven, daarna is ze naar het westen van het land verhuisd.

Stroot

Het pand werd in 1959 verkocht aan buurman Hendrik Stroot, die op Grotestraat 1 zijn modezaak had. De zaak werd in die tijd zes keer verbouwd. Zoon Wim kwam in het linkerdeel te zitten waar hij voornamelijk dames- en herenmode verkocht. Zoon Jos (1944-2021) kwam in het rechterdeel te zitten waar hij zich richtte op de verkoop van artikelen voor woninginrichting.

Op 13 maart 1976 brandde de winkel geheel af. Hij vestigde zich daarna tijdelijk op Schiltstraat 6. Hij verkocht er onder de naam Sprakel Versmarkt aardappelen, groente, fruit en zuivelproducten. Wegens gebrek aan klandizie moest hij deze zaak eind 1979 weer sluiten.

Tegenwoordig zit hier Stroot interieurs

Tekst: Herman Steigstra